Onderwijsexpert Dirk Van Damme reflecteert over de staat, de uitdagingen en de toekomst van het onderwijs.
De reusachtige tanker die het onderwijs is, bevindt zich in woelig water. De naweeën van corona zijn nog niet verteerd. Scholen vinden geen leraren meer en kinderen slijten vele uren in ‘de studie’. Allerlei indicatoren wijzen op een sterke daling van de kwaliteit van wat leerlingen kennen en kunnen. Velen verlaten de school zonder goed te kunnen lezen, schrijven en rekenen. En dan komen artificiële intelligentie en haar opzienbarende toepassingen op ons af.
De school wordt met vele problemen tegelijk geconfronteerd en moet er vele taken bijnemen.
Kan de school dit nog wel aan en wat moet er gebeuren om het onderwijs door deze storm te loodsen? De samenleving heeft nog steeds veel vertrouwen in de school en heeft een kwaliteitsvol en ambitieus onderwijs nodig. Welke toekomstvisie kan ons daarbij helpen?
Programma
18.00 u. | verwelkoming door gouverneur Jos Lantmeeters |
18.05 u. | lezing "Verzeilt onderwijs in een ‘perfecte storm’?" door onderwijsexpert Dirk Van Damme |
19.30 u. | vragenronde |
Over Dirk Van Damme
Dirk Van Damme (PhD, Universiteit Gent) is momenteel zelfstandig consultant en Senior Research Fellow bij het Center for Curriculum Redesign in Boston, MA, VS.
Tot eind mei 2021 was hij Senior Counselor in het Directorate for Education and Skills van de OESO in Parijs en hoofd van het Centre for Educational Research and Innovation (CERI) aldaar. Voordat hij in 2008 bij de OESO kwam, was hij professor onderwijskunde aan de Universiteit Gent en comparatieve pedagogiek aan de Vrije Universiteit Brussel, en gastprofessor comparatieve pedagogiek aan Seton Hall University, NJ, VS.
Hij was adviseur van verschillende Vlaamse ministers van Onderwijs (1992-2000), algemeen directeur van de Vlaamse rectorenconferentie VLIR (2000-2003), afgevaardigd bestuurder van GO! (2004), en kabinetschef van Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (2004-2008). Hij vervulde ook diverse bestuursmandaten bij kwaliteitszorgorganisaties hoger onderwijs zoals QANU (Nederland), AQA (Oostenrijk) of bij de Université de Luxembourg. Hij werkte als consultant ook voor internationale organisaties zoals UNESCO of de International Association of University Presidents.
Hij publiceerde veel over onderwijskwaliteitszorg en -evaluatie. Bij de OESO superviseerde en promootte hij werk op het gebied van onderwijstechnologie, de beoordeling van sociale en emotionele vaardigheden en onderwijsinnovatie. Zijn huidige interesses zijn de wetenschap van leren, vergelijkende analyses van onderwijssystemen, levenslang leren en hoger onderwijsbeleid en evaluatie.